JACOMIJNTJE de Winter had een probleem dat in Nederland wel vaker voorkwam. Dan werden ze verliefd op een jongen met een mooi accent en die bleek dan uit een hugenotenfamilie te komen. Dat waren Franse protestanten die naar het noorden waren gevlucht. Allemaal goed en wel, maar niemand die hun achternaam kon uitspreken.
Miss De Winter zei tegen haar jonge echtgenoot Isaac dat in Breskens niemand uit de voeten kon met Seloivre. Daar wilde ze Slover van maken. Ze kregen een zoon, ook Isaac, die nam de nieuwe achternaam mee naar Amerika, maar toen hij zich daar inschreef, deden ze er toch weer een extra E in: Selover. Met die naam ging de familie de geschiedenis in.
EN WAT voor geschiedenis. Vooral toen kleinzoon Bram z’n dochter Sijtje noemde, en Johnny Davison dacht dat ie hem Cynthia hoorde zeggen, z’n favoriete meisjesnaam. Hij vroeg haar prompt ten huwelijk, en ineens heette Sijtje Slover uit Zeeland Cynthia Davison uit New Jersey. Twee dochters kreeg ze zelf. De ene heette Marjan en die trouwde met Kees VanDuyne. De andere was Els, ze luisterde naar Eliza, en trouwde ook.
Met een Rockefeller.
John D. Rockefeller, de aartsvader van het steenrijke geslacht, de olieboer, de man van Standard Oil, ExxonMobil en Chevron, hij was zelf van Zeeuwse komaf. Sijtje Slover was z’n oma. De D in zijn naam was haar aangetrouwde achternaam, Davison.
John werd de rijkste man uit de Amerikaanse geschiedenis, omgerekend naar dollars van vandaag. Niet slecht voor een kind van een losbandige vader die er twee huwelijken tegelijk op na hield, en een Zeeuwsbloedige moeder die van de weeromstuit de vleesgeworden ‘ons bin zuunig’ werd, en zo de eindjes aan elkaar knoopte. Ze worstelde, kwam boven, en John dreef mee omhoog.
HIJ BLEEF zich altijd herinneren waar hij vandaan kwam. Via moeder Els en oma Sijtje uit Breskens, Schoondijke, nu onderdeel van Sluis, Middelburg, Oosterland. Daar liggen de roots van de Rockefellers. Voorvaders die onderwijzer waren, en wagenmakers (“Iedereen kon een bak bouwen,” zei hij, “maar de wielen er onder krijgen, dat was een kunst.”) Families met namen als De Winter, De Zaaier.
Zijn jongste zoon John junior gaf, net als zijn vader, het grootste deel van zijn erfenis weg. Maar een deel behield hij. Daarvan bouwde hij een van New Yorks meest bekende wolkenkrabbers.
Rockefeller Center. Met verre groeten uit Zeeland.
