ENGLISH

 

SPOORWEGPERSONEEL noemde het de Dutchman’s Curve, omdat het een blinde bocht was, tricky, riskant, gevaarlijk. Zo genoemd omdat alleen Hollandse immigranten van oudsher zoiets aandurfden, en dat was niet bedoeld als compliment. Het was 15 km enkel spoor, net buiten Nashville. Uitgaand treinverkeer moest op dubbelspoor wachten tot de inkomende trein was gepasseerd. Lijn 4 vergat dat, op een dinsdagmorgen in juli 1918.

Op lijn 1 uit Memphis zat machinist William Floyd. Over een kwartier zou hij met pensioen gaan, op Nashville’s Union Station wachtte een ontvangstcomité hem op. Dat haalde hij niet. In de Dutchman’s Curve botsten de twee treinen frontaal op elkaar. 101 doden, 171 gewonden. Beide treinen hadden zowel houten als stalen wagons; staal versplintert hout. De lijken waren dermate verminkt dat slagers in Nashville werden opgeroepen om de stukken bij elkaar te rapen. Reguliere hulpverleners konden de aanblik niet aan.

VANDAAG IS de Dutchman’s Curve Train Wreck nog steeds de dodelijkste treinbotsing in de Amerikaanse geschiedenis. En de reden waarom verreweg de meeste mensen dat niet weten is dat het gebeurde in de laatste zomer van de Eerste Wereldoorlog, toen er elke week honderden Amerikaanse doden vielen. De treinramp van Nashville was op vrijdag al van de voorpagina’s verdwenen.

Maar een drietal mannen besloot later om de herinnering levend te houden, alledrie country songwriters, en alledrie woonachtig in Nashville: Rafe Van Hoy, Townes Van Zandt en David Olney. Van Hoy, de achternaam een vervorming van wat oorspronkelijk werd gespeld als Van Wouw, uit Texel, schreef The Great Nashville Railroad Disaster, boordevol banjo, maar slechts tijdelijk een hit. Van Zandt, van de Van Zandts uit Bakel bij Helmond, fungeerde meer als inspirator voor Olney. Allebei schreven ze songs voor de groten, Emmylou Harris, Linda Ronstadt, Willie Nelson, Bob Dylan. Maar Olney had eerlijk gezegd niet veel inspiratie nodig.

HET WOORD Dutchman was genoeg om David aan de gang te krijgen. Hij had affiniteit met die Hollanders. David Olney kon je twintig jaar lang om de haverklap in Nederland vinden. Hij gaf er concerten, Live in Holland, Holiday in Holland, zong in Aalsmeer tussen de tulpen. En hij maakte de CD Dutchman’s Curve. Daarin de song Train Wreck, maar ook Mr. Vermeer (“A tear-shaped pearl whispers in her ear”).

Vier jaar geleden gaf Olney een concert. Hij onderbrak het even voor een interview met een country radiostation, en zong daar dat “all this pride is killing me; this pride is gonna take me to my grave.” Hij keerde terug naar de zaal, begon een nieuwe song, viel stil, zei tegen het publiek “I’m sorry,” sloot z’n ogen, en overleed ter plaatse.

In het harnas. Net als machinist William Floyd in de Dutchman’s Curve.