ENGLISH

 

NET ALS Jimmy zelf, over twee weken jarig en 100 jaar oud, stond z’n voorvader Henk goed aangeschreven. Hendrik van Valkenburg uit Limburg. Ze waren gemotiveerde emigranten, de Van Valkenburgs, net als de andere landgenoten die in de gouden eeuw Holland achter zich lieten. Nederland was rijk, er was voldoende werkgelegenheid, het onderwijs was goed. Wie naar Amerika vertrok, die was gedecideerd, die koos bewust voor het avontuur.

Henk voer de oceaan over omdat Peter Stuyvesant hem daartoe opriep. Hij sprak zijn talen, Zweeds, Fins, en zodra hij zich had gevestigd in New Amstel, in wat nu New Castle in Delaware is, leerde hij de taal van de Cherokee. Henk werd tolk. En kroegbaas. Er bestonden strikte regels onder de Nederlanders in Amerika om geen alcohol te verkopen aan inheemse stammen. Stuyvesant vertrouwde Hendrik van Valkenburg.

VAN VALKENBURG was geen naam die gemakkelijk z’n spelling behield. Het werd in Amerika al gauw Falconburg, Faulkenborough of Fortenberry. In Hendriks geval werd het Faulkenburg, maar zijn zoon Henk junior maakte er weer Falkinburg van. Uiteindelijk trouwde kleindochter Margreet met een meneer Helms, en via die lijn belandde het geslacht tenslotte bij Lillian, de moeder van Jimmy Carter.

Lillian had de genen van de ouwe opa Henk van Valkenburg. Ze was verpleegster, sprak haar talen, en ze begaf zich graag op onbekend terrein. Toen Miss Lillian 68 jaar was, liet ze zich door het Peace Corps uitzenden naar India, om leprose-patiënten te verzorgen. Op een dag belde haar zoon haar om te zeggen dat hij president wilde worden. “Van wat?” vroeg Miss Lillian. Van Amerika.
Oh. Okay.

DE REST is publieke geschiedenis. Jimmy Carter werd in 1976 gekozen, maar in 1980 niet herkozen, en moeder vond dat prima. Het betekende dat alle Carters weer in en rond het dorpje Plains in Georgia woonden, en daar was en is het goed en veilig toeven. Lillian overleed in 1983 en ligt er begraven, en Jimmy die haar veertig jaar overleefde, krijgt weldra een graf in zijn eigen voortuin.

Moeder wist wel iets van begrafenissen. Haar eigen plechtigheid duurde zes minuten, meer dan dat wilde ze niet. Jimmy stuurde haar tijdens zijn jaren in het Witte Huis soms als ambassadrice naar een lastige uitvaart, zoals toen de Joegoslavische president Tito overleed. Dan zag ze hoe zoiets vooral níet moet. Hou het eenvoudig jongen, leerde ze haar kind van jongs af aan.

Dat lukte over het algemeen goed. Van de elf Dutch American presidenten, Van Buren uit Buurmalsen, Lincoln (Hoorn), Grant (Leiden), oom en neef Roosevelt (Tholen), Harding (Beusichem), Ford (Durgerdam), vader en zoon Bush (Hardenberg), Obama (Leiden) en Carter, hield de Limburger het met kop en schouders het simpelst.

Happy birthday over een paar dagen, Jimmy. Job well done.