ENGLISH

 

“WE MOESTEN in het voorjaar ons lange winterondergoed veel langer blijven dragen dan onze vriendjes.” Zo herinnerde dokter Benjamin Spock zich zijn Dutch-strenge opvoeding. “En we mochten nooit gympen aan.”

Hij kwam evengoed behoorlijk terecht, als boomlange nazaat van de Amsterdamse familie Spaak. Maakte naam als pedagoog, verkocht meer dan 50 miljoen exemplaren van z’n boek over moeders en baby’s, leefde van de royalty’s, en woonde na zijn pensionering twintig jaar op riante boten.

Nochtans: “Tot ons twaalfde moesten we ons avondeten van pap en appelmoes om half zes opeten aan een kindertafeltje en daarna binnenblijven tot we om kwart voor zeven moesten gaan slapen.” Handen boven de dekens: “Ons werd vurig bezworen onszelf nooit ‘daar beneden’ aan te raken.” Geen beste jeugd, vond ie.

Maar wel Hollands lang, 1 meter 96. Dat maakte Ben tot een uitstekende atleet. Hij won Olympisch goud met roeien in 1924, en bleef in z’n vrije tijd prijzen winnen, brons op zijn 84ste. Altijd keurig in het pak totdat zijn 40 jaar jongere tweede vrouw hem voor het eerst in z’n leven in een spijkerbroek wist te hijsen. Hij was 75.

Twee zoons had Benjamin Spock uit Amsterdam. De jongste werd directeur van een museum over kinderopvoeding. Die had zelf ook een zoon, en die klom op het dak van het museum en sprong ervan af.

Benjamin zelf werd 94. Zijn urn ligt om de hoek van De Daily Dutchman in Maine.