ONDANKS dat we met z’n allen in het jaar 2024 leven, is Amerika nog altijd Jurassic Park als het gaat om het kiezen van een president. In elk ander modern land gelden de meeste stemmen. In Amerika niet. Hier gelden de meeste kiesmannen. Dat zijn er 538, daarvan moet je er minstens 270 in de wacht slepen om president te worden. Waarom? Het antwoord loopt via Amsterdam, Leiden en Bergen op Zoom. Via de families Staats, Jochems, De Riemer, Reijnders, Grevenraet en Gouverneur.
Toen Amerika werd uitgevonden, kende de wereld nergens een gekozen staatshoofd. Dat het nieuwe land een president zou krijgen, was al iets heel aparts. Maar dat het een gekozen functionaris werd, dat was uniek.
DE VRAAG over hoe dat te doen, en hoe dat in de grondwet moest worden opgenomen, werd gedeponeerd bij een commissie van elf heren, destijds beter bekend als de Committee of Leftover Business. Die besloten aanvankelijk dat het Congress, de twee kamers van het parlement, de president zou kiezen. Maar dat stuitte gaandeweg op bezwaren. Immers, dat zou de uitvoerende macht afhankelijk maken van de wetgevende macht, of andersom, en dat was onwenselijk.
De burgers rechtstreeks laten kiezen, daar waren niet veel mensen voor. Amerika telde in 1787 weliswaar slechts dertien staten, maar was toen al groter dan elk ander land in de wereld. Een nationale verkiezing zou logistiek onuitvoerbaar zijn, dachten ze. Dan maar een speciale kiescommissie, en het was ene Gouverneur Morris die het onder woorden moest brengen. Gouverneur was niet zijn titel, maar zijn voornaam. Hij had een houten been en hij was Amsterdamse Saartje Gouverneurs zoon, en haar voorgeslacht bestond uit al die andere Hollandse en Brabantse families.
Gouverneur was veruit de beste schrijver van het elftal. Elke staat moest zijn eigen stemmen tellen, schreef hij, en de uitslag rapporteren aan een kiescommissie. Dat Electoral College kon geen aparte club worden, zei hij, dat was vragen om intriges, samenzwerinkjes en gekonkel. Nee, het mocht slechts eens per vier jaar bijeenkomen, en elke staat moest er een eigen afvaardiging naartoe sturen en hun eigen uitslag rapporteren.
HOE GROOT was zo’n afvaardiging? Ook daarop had de man met al dat Nederlandse bloed een antwoord. Net zo groot als de delegatie van elke staat in het parlement. En omdat elke staat twee senatoren heeft plus een aantal leden in het Huis van Afgevaardigden dat gebaseerd is op het inwoneraantal, kreeg Massachusetts bijvoorbeeld meer kiesmannen dan het kleine Delaware. Vandaag zijn er daarom 538 kiesmannen, een weerspiegeling van honderd senatoren en de 438 leden van het Huis.
Zo geschiedde. Tweeënhalve eeuw later is niemand daar tevreden mee, maar het staat nu eenmaal zo in de grondwet, en een grondwetswijziging tot stand brengen is in Amerika een bijna ondoenlijke klus. Met meneer Morris zelf liep het overigens evenmin goed af. De man met een gouden pen en een houten poot stierf op 64-jarige leeftijd aan inwendige verwondingen nadat hij een visgraat in zijn penis had gestoken, in een vergeefse poging om een verstopte urineweg te openen.