ENGLISH

 

TEDDIE pindakaas is genoemd naar de Teddybeer. Dat was het beertje dat Teddy Roosevelt in 1902 weigerde dood te schieten. Roosevelt was de nazaat van de families Van Dijck uit Utrecht, Van Noortstrant uit Friesland, Van Schaik uit Houten, Schuyler uit Amsterdam, Bogaert uit Leerdam, Roelofs en Olfertsen uit Heerenveen, Kunst uit Alkmaar, en Van Rosenvelt uit Tholen. En op een klein beertje schieten was hem te min.

Vier jaar terug in de tijd: pindakaas was, na toiletpapier en spuitzeep, het eerste wat half maart 2020 gehamsterd werd. Er was al gauw bijna nergens meer pindakaas te koop. Teddie’s fabrikant in Massachusetts vroeg z’n personeel of ze bereid waren om rare werktijden te maken. Iedereen zei ja.

De fabriek bestaat sinds de armoe-dagen van bijna een eeuw geleden, toen ze overgingen van snoep op pindakaas, om zo de mensen een betaalbare bron van proteïne te bezorgen. Tijdens corona breidden ze de productie uit tot het drievoudige, om zo snel mogelijk de schappen in de winkels weer te vullen. Het lukte. Mede dankzij Teddie was bijna overal weer volop pindakaas te krijgen.

De extra winst ging naar het personeel, die allemaal een bonus kregen. En voor de goede orde van de geschiedschrijving: achter Roosevelts rug schoot iemand dat beertje evengoed dood. Het had een jachthond aangevallen, en de jager nam wraak. Maar de familie Van Wijhe die uit Overijssel naar Amerika emigreerde wist dat niet. Ze hadden een speelgoedfabriek en werden steenrijk met het maken en verkopen van Teddy’s Bear, de teddybeer.