ENGLISH

 

VIJFTIG jaar geleden was dit de week van Jerry Ford. Richard Nixon was afgetreden als president, en opperrechter Warren Burger kwam in allerijl van Den Haag naar Washington gevlogen. Hij onderbrak zijn vakantie in Holland om een nieuwe president te installeren. Gerald Ford. Jerry. De president uit Durgerdam.

Ford was een nazaat van de families Vanderburgh en Janszen die de bijnaam Schubber hadden, visschoonmakers te Durgerdam, een dijkdorp. Zijn stamboom wemelt van de gezellige Hollandse namen: Van Kleeck, Ter Bosch, Buys, Lubbertse, Gardenier. Mama Ford heette Dorothy Gardner. Ze liep twee weken na de geboorte weg bij haar man, omdat ie haar en de baby met een mes wilde steken.

Jerry groeide op als Lesley King, vaders naam, maar dat veranderde hij later in de naam van de stiefvader die hem opvoedde, de man met wie Dorothy hertrouwde. Gerald Ford.

“Eindelijk is onze lange nationale nachtmerrie voorbij,” zei Ford zodra hij de eed had afgelegd, doelend op de Watergate schandalen. Daar kreeg hij gelijk in.

Vandaag is niet de eerste keer dat Amerika verdeeld is. Dat was toen net zo, en het was hoog tijd voor iemand die de boel weer bij elkaar kreeg. Ford bleek de redder in de nood, een Hans Brinker. Hij stopte een vinger in de dam voordat ie kon breken. Jerry Ford uit Durgerdam redde de dijk. En Amerika kalmeerde.