ENGLISH

 

IK HEETTE niet altijd VanderBus. Mijn moeder noemde me Kiev. Ze was heel erg begaan met het lot van Oekraïne vanaf het moment dat Poetin daar binnenviel. Sterker nog, de laatste keer dat ik haar zag was ze van plan om als muizenvanger aan te monsteren op een schip, om zo via Rotterdam en Odessa in Oekraïne te kunnen meevechten. Ze heeft vlijmscherpe nagels.

Dat was de reden waarom ik na zes weken het ouderlijk huis verliet. Ik ging een bus vangen voor m’n moeder. Lijn 20 stopt bij de Penobscot-rivier in Bangor, en daar legt elke dag wel een grote boot aan. Kon moeder zo mooi via Holland naar het front.

Het liep net even anders. Ik kreeg de bus te pakken, dat wel. Maar niet klemvast. Hij stopte even, reed weer door, en voor ik het wist raapte een mevrouw mij van de straat en binnen een paar minuten zat ik op een tafel bij de dierenarts. Eén oog kwijt.

Onder narcose kreeg ik een ingeving. Wat als ik president van Amerika word? Dan kan ik Poetin en zijn boevenpak nog veel beter dwarszitten. Geld en wapens sturen naar het echte Kiev. Buskruit. De zwaarste sancties opleggen die Rusland ooit heeft ondergaan. De leeuwen loslaten uit de dierentuin van Moskou.

En zo stelde ik mij kandidaat. Eénoog in het land der zienden. Jonger, veel jonger, veel beter ook, dan de tegenkandidaten. Die poes. Van die bus. VanderBus.