WAARSCHUWING vooraf: ruwe taal vandaag. Niet om te schelden en te vloeken, maar om de Hollandse achtergrond te duiden van grove taal in Amerika. Fuck, shit, cunt, motherfucker. Je bent er waarschijnlijk aan gewend om dat om je heen te horen, maar zo niet, wen er dan evengoed maar aan. Die woorden gaan voorlopig niet weg. Voor een deel omdat de conversatie in Amerika, en vervolgens ook in de rest van de wereld, niet gauw minder, maar veeleer meer zal verruwen.
En voor een nog belangrijker deel omdat de woorden allemaal al eeuwenoud zijn. Hollandse matrozen in de Gouden Eeuw namen ze mee naar Amerika. De enige verandering sindsdien is dat ze, net als zoveel andere Hollandse woorden in de Engelse taal, een Engels accent hebben gekregen.
De krachtterm fuck: de Oxford Dictionary vertelt je dat het oud-Hollandse fokkelen eraan ten grondslag ligt. Webster houdt het simpelweg op fokken. Beide woorden duiden op voortplanten, resp. de daad van het voortplanten. Het was uitzonderlijk geliefd onder soldaten in beide wereldoorlogen, maar meer als een bijvoeglijk naamwoord: “Get your f-ing rifles!” Het was, schrijft Melissa Mohr in haar boek Holy Sh*t, A Brief History of Swearing, dermate normaal in hun spreektaal als ontlading tussen mannen die permanent onder druk stonden, dat het weldra niet meer opviel. Pas als de sergeant doodkalm siste: “Get your rifles!”, dan was er blijkbaar iets dringends aan de hand.
DE NEDERLANDSE tegenhanger van fuck als krachtterm is, opmerkelijk genoeg, nooit neuk of neuken geworden. Dat wordt beschouwd als een onbeschaafd woord, maar niemand die zich in Holland op z’n duim slaat roept Neuk! Dat wordt veeleer spontaan kut! De veramerikaanste versie daarvan is cunt, of zoals ze in keurige gezinnen zeggen, the ugly C-word. Kut en cunt zijn oorspronkelijk hetzelfde woord, net als kont dat ooit eveneens het vrouwelijke schaamdeel aanduidde.
De achtergrond is interessant: het stamt van het werkwoord kennen, in de bijbelse betekenis van Genesis 4:1: “Adam kende Eva”. Hij bedreef de liefde met haar, en ze werd zwanger. In Engeland loopt nog steeds een rivier met de naam Kennet, voorheen Cunnit, genoemd naar een vroegere godin van de vruchtbaarheid.
VLOEKEN, voor de goede orde, heeft een functie. Het ontlaadt, en het helpt tegen pijn. Een universiteit vroeg twee groepen mensen om hun hand in ijswater te houden, de ene groep moest zwijgen of neutrale woorden zeggen, de andere groep mocht naar hartelust vloeken. De vloekers hielden het twee keer zo lang uit en zeiden bovendien dat de kou wel meeviel. Vloeken, zegt Harvard psycholoog-filosoof Steven Pinker, is volmaakt aanvaardbaar op al die momenten in je leven waar beleefdheid even een gepasseerd station is.
Daarom is het prima om op een moment van schrik shit te zeggen. Het is wat het zegt te zijn, poep, kak, maar oorspronkelijk dus gewoon Hollands schijt. Mensen die met de Engelse taal in hun keel zijn geboren, kunnen de -ch en de -g niet fatsoenlijk uit de strot krijgen, vandaar shit en niet schit. Dat excuus hebben ze niet voor hun overname van het Nederlandse woord moeder, waarvan ze mother hebben gemaakt. Vandaar dat motherfucker eigenlijk een dubbel Hollands scheldwoord is, het ruwste van de vier die we vandaag onder de loep houden. Maar we kunnen althans naar eer en geweten zeggen dat Amerikanen die combinatie zelf hebben bedacht.