IK HEB nog nooit een muis gevangen. Mijn zus Treintje wel. Die heeft twee ogen. Ze vragen we weleens: zou jij overleven in de natuur? En dan zeg ik: ja. Ik zou me moeiteloos handhaven. Want ik mag dan weliswaar geen muis kunnen vangen, maar mooi dat ik de enige poes ben die een autobus heeft bedwongen.
Ja, zeg jij, maar toen had je nog allebei je ogen. En je deed dat niet in de vrije natuur. Waarop ik zeg: en dan, wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant. Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, De in kaden vastgeklonken waterkant, De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Herken je het? De Hollandse dichter J.C. Groen die domweg gelukkig stond te wezen in de Dapperstraat.
Ik kijk buiten de deur, de straat af, en al wat ik zie zijn reclameborden voor die andere twee presidentskandidaten. Foeilelijk, onnodig en volmaakt nutteloos. Wie stemt er nog op een president omdat ie zo’n mooi bord bij de buren in de tuin heeft? Geen mens, geen kip, geen kraai. En zeker geen kat.
Vandaar dat jij nog nergens mijn VanderBus For President stickers, borden, kartonnetjes of vlaggen hebt gezien. Kamala, Trump en ik zijn allemaal voor een schoon milieu. Maar VanderBus is de enige die het serieus meent.
* VanderBus verliet op de leeftijd van zes weken de ouderlijke woning en ging op jacht naar een stadsbus in Maine. Hij ving de bus. Dat kostte hem één oog, maar hij oogstte een staand applaus van de omstanders. VanderBus, sindsdien burgemeester van Bicker Hollow, doet mee aan de verkiezingen voor het presidentschap van Amerika.