JUF Eileen Rence uit Appleton, waar ze les gaf onder de rook van de Hollandse molen in Little Chute, een soort Brabantse enclave in Wisconsin, had zwaar de pest in. Ze onderwees tal van leerlingen van Nederlandse afkomst, en op 17 juli 1996 zat ze in Chicago in een vliegtuig te wachten tot een zware onweersbui voorbij waaide. Ze had een overstap in New York, want ze ging op bezoek bij haar dochter in Toulouse.
Ze miste de aansluiting, vlucht TWA 800 naar Parijs. Aan boord van die Boeing: passagiers met namen als Wolters, Verhaeghe, De Lange, en Van Epps, nazaat van Dirk van Eps uit Groenlo. Hun vliegtuig ontplofte een paar minuten na take-off, stortte in zee, alle 230 inzittenden dood. Oorzaak: kortsluiting en lekkende dampen uit een bomvolle brandstoftank.
Juf Eileen, passagier 231, die avond: “Thank God for bad weather.” Ze belde naar huis, zei dat met haar alles goed was, en ze stapte doodleuk op het volgende vliegtuig naar Parijs. Ook met TWA, want ze had nog een geldig ticket.
