ENGLISH

 

ZONDER Anthonie Fokker waren er geen passagiersvliegtuigen geweest. Amerika pocht weliswaar begrijpelijkerwijs met de gebroeders Wright (nazaten van de Nederlandse families Vanderbilt, Couwenhoven en oma Van Cleve) die het vliegtuig uitvonden, maar vergeet gemakshalve dat het nieuwtje er meteen af ging. Aanvankelijk wilde niemand vliegen in Amerika, 20 jaar lang niet.

Totdat de Haarlemmer Fokker in 1923 aan land stapte. Hij werd verwelkomd met z’n tronie op de voorpagina van Time Magazine, op de allerlaatste dag van het jaar, met de woorden “Eens onze vijand…” Dat kwam doordat Amerika, Engeland en Frankrijk in 1914 Fokkers aanbod hadden geweigerd om luchtmachttoestellen voor hen te bouwen. Duitsland zei wel ja, en dat maakte Rode Baron Manfred von Richthofen en zijn Fokkerpiloten een tijdlang heer en meester in de lucht.

Anthonie Fokker gaf Amerika na die oorlog alsnog een Air Force, en toen de lol daar van af was, stortte hij zich op de burgerluchtvaart. En op stunts: een Fokker-toestel vloog als eerste naar Hawaii, als eerste dwars over het continent, en als eerste met een vrouw, Amelia Earhart, de oceaan over. Hij zou ook eerder dan Charles Lindbergh in Parijs zijn geland als z’n vliegtuig geen foute testlanding had gemaakt.

Vliegen is leuk, toeterde Fokker, in Amerika populair als Uncle Tony, de Flying Dutchman, en hij begon passagiersvliegtuigen te bouwen. Eerst voor Western Air Express, daarna voor PanAm, en ineens waren er overal airlines. Fokker creëerde vraag, bouwde het aanbod, en eindelijk was Amerika in de wolken. Het enige wat hij niet was, was een gehaaide zakenman. Zijn bedrijf ging tenslotte op in Boeing, gestart door Joris Westervelt die watervliegtuigen maakte.

Wat ie wel was, bracht Time op die oudejaarsdag onder woorden: “Fokker ziet er typisch Nederlands uit, met het blozende uiterlijk van zijn ras en een kalme, maar ook wat koppige blik in zijn blauwe ogen.” Woorden als ras gebruiken we tegenwoordig niet meer, maar die koppige blik:

Very much Dutch.