door Wim Otten
Wint de beste coureur met de krachtigste raceauto de Formule 1 Grand Prix komend weekeinde in Canada? Dat kan, maar dan moet het bandenmanagement ook top zijn. Sterker nog, dat is cruciaal op het Circuit Gilles Villeneuve in Montreal waar hoge snelheden worden
gehaald en vervolgens hard wordt geremd voor een aantal zeer scherpe bochten.
EEN ÉÉNSTOPSTRATEGIE MET MEDIUM EN HARD BANDEN is historisch de meest gebruikte aanpak op dit 4,5 km lange stratencircuit op het Ile de Notre Dame. Soms waagt een team zich aan zachte banden (Soft) in de eerste stint om daarna de race uit te rijden op harde banden. Voor auto’s in het achterveld kan een lange eerste stint op harde banden voordelig zijn. Vooral als het veld bij elkaar kan kruipen tijdens een safety car-situatie.
MAAR WAT IS MEDIUM EN HARD? Gaat het over de bandenspanning? En waarom zou je met zachte banden op pad gaan? Die geven toch veel meer weerstand, daar ga je echt niet harder van rijden. En wat is een ‘stint’?
VOOR DE F1-LEEK daarom een LES BANDENSPEL.
Formule 1-teams hebben de beschikking over drie soorten banden: Hard (C1), Medium (C2) en Soft (C3). Het zijn droogweer banden zonder profiel, zogenaamde slicks. Voor een natte baan zijn er Intermediate-banden met een beetje profiel en Full Wet-banden met veel profiel, voor als het water met bakken uit de lucht komt.
AAN EEN GEKLEURDE RING op de wang van de banden is te zien welk setje onder een Formule 1-auto zit.
Hard: Wit
Medium: Geel
Soft: Rood
Intermediate: Groen
Full Wet: Blauw
OP GEEN VAN DEZE BANDEN is een volledige race uit te rijden. Dat mag ook niet. Per race is minimaal een wissel en dan ook naar een andere soort band verplicht volgens het F1-reglement. Meestal gebeurt dat zelfs tweemaal of vaker. Dat is eigenlijk weer raar, want een pitstop voor een wissel kost inclusief in- en uitrijden van de pitstraat dik 20 seconden. Dan moet die verloren tijd wel goed te maken zijn met een setje vers rubber en het liefst ook leiden tot positiewinst. Rekenmeesters aan de pit-muur zijn continu bezig om dat uit te zoeken en de al uitgestippelde bandenstrategie aan te passen aan het verloop van de race.
SOFT BANDEN bieden meer grip vanwege de zachtere samenstelling van het rubber. Ze zijn sneller op de juiste temperatuur en maken rappere rondetijden mogelijk. Ze worden vooral gebruikt bij korte stints en tijdens de kwalificatie voor een startpositie in de race. Stint staat hierbij voor het aantal ronden dat de auto maakt. Een Soft band kan in 10 tot 15 ronden versleten zijn, zeker op een circuit met veel bochten of bij heel warm weer. Snel oplopende rondetijden nopen dan tot vervangen.
MEDIUM BANDEN garanderen de coureur van een balans tussen grip en duurzaamheid. Ze zijn iets minder snel op bedrijfstemperatuur, dat kost een paar ronden, maar zijn ze eenmaal warm genoeg, dan leveren ze prima rondetijden op. Ze gaan langer mee dan Soft banden. Als de coureur erin slaagt de slijtage in de hand te houden door zijn rijstijl, dan is een halve race of meer op een setje af te leggen. Met Medium banden is er meer flexibiliteit voor het bijstellen van de bandenstrategie tijdens de race.
HARD BANDEN bieden minder grip maar gaan veel langer mee door de hardere samenstelling van het rubber. Teams kiezen hiervoor als ze mikken op een éénstopstrategie. Dat kan op circuits met lange rechte stukken zoals in Canada. Harde banden kunnen ook goed tegen hoge temperaturen. Ze zullen minder snel oververhitten. Daarentegen hebben ze een flink langere opwarmtijd en de rondetijd kan wel een seconde langer zijn dan die van een auto op een setje Soft banden.
RESUMEREND:
STRATEGISCHE VOORDELEN
SOFT. Ideaal voor agressieve strategieën, snelle rondetijden en gebruik tijdens kwalificaties.
MEDIUM. Veelzijdig, geschikt voor verschillende race omstandigheden en goed voor gemengde strategieën.
HARD. Geschikt voor behoudende strategieën waarbij consistentie en duurzaamheid voorop staan.
STRATEGISCHE NADELEN
SOFT. Meer pitstops vanwege snellere slijtage.
MEDIUM. Kunnen onder bepaalde omstandigheden niet optimaal presteren.
HARD. Minder grip, wat kan resulteren in langzamere rondetijden en uitdagingen bij het inhalen.
* Wim Otten volgt, analyseert en duidt ontwikkelingen in de wereld van auto en mobiliteit, werkzaam als chef redactie en contentspecialist bij Buro N11, de ‘autoriteit in mobiliteit’.