ENGLISH

 

door Hans Smit

EIND 2024 en 2025 gaat bij veel Nederlandse transportbedrijven de vlag uit. Ze vieren dat ze 80 jaar geleden na WOII een (her)start maakten. Oude Amerikaanse en Britse oorlogstrucks speelden in die wederopbouw een essentiële rol.

Na de bevrijding was Nederland vrijwel leeggeroofd. De bezetter verdween met alles wat kon rollen: van vrachtauto tot en met fiets. Dus kon de Nederlandse honger om te ondernemen en de noodzaak om het land te herstellen, slechts worden gestild met de voorraad GMC, Chevrolet, Dodge, Ford, Bedford en Reo trucks van de geallieerde troepen.

De geallieerden verrasten de Nederlanders met hun ruimhartige houding. Wie kon bewijzen dat hun trucks door de Duitsers waren ingepikt, kreeg direct een legertruck uit voorraad. Ook was er een levendige ruilhandel: een legervoertuig in ruil voor een chauffeur die hielp bij de wederopbouw. Civiel transport was urgent voor het herstel van wegen en spoorbanen, maar ook om brandstof, voedsel en mensen te verplaatsen. De ruimhartigheid was ook praktisch want de beste trucks en chauffeurs reden richting Berlijn en repatriëring van het mindere materieel was duur.

De Nederlandse transporteurs waren dankbaar, maar ontdekten al snel dat niet alle Amerikaanse legermaterieel op duurzaamheid was gebouwd. De chassis bleken slap, er liep nog wel eens een wiel of een complete as af en de verlichting was erbarmelijk. Als chauffeurs ‘s morgens vroeg op pad gingen, dan loeiden de zware benzinemotoren complete dorpen en stadswijken wakker. En de luid ontploffende klapbanden (een combinatie van slecht rubber & overbelading) werkten op de zenuwen.

Toch ontstond er een innige band tussen de chauffeurs en hun eerste legertrucks. Ze werden versterkt, ze kregen diesels (het Duitse merk Henschel was populair) en er kwamen nieuwe waterdichte cabines (vaak met een op de vloer vastgeschroefd potkacheltje als verwarming). De trucks werden geschikt gemaakt voor talrijke toepassingen: kippers voor zand en puin, gesloten opbouw voor het vervoer van inboedels, voedsel en vee. Beroemde Nederlandse carrosseriebouwers legden in deze dagen hun fundamenten.

Tot halverwege de jaren zeventig boden dumphandelaren nog altijd goedkope ex- legervoertuigen aan. Gaandeweg verdwenen ze uit het straatbeeld, maar vooral de landbouw, bouw en autohandel (kraanwagens) bleven hun legertrucks nog vele jaren trouw.

* Hans Smit is journalist in de regio Arnhem/Nijmegen.

* 1946 in Utrecht. Met een Dodge T110L die nauwelijks is aangepast pakt expediteur Keij de zaken weer op.