ENGLISH

 

O, JE DENKT dat Amerika momenteel een probleem heeft met de postbezorging? Had je eens in 1957 moeten komen. Toen kampte de Postal Service met tekorten, en postmaster general Arthur Summerfield sloeg met de vuist op tafel: voortaan geen post meer op zaterdag!

Summerfields postloze zaterdag bleef beperkt tot één keer. De week daarna kwam de postbode gewoon weer alle zes dagen, net als nu. Arthur was een nazaat van de Van Rensselaers uit Nijkerk, van een tak die zichzelf Renselier was gaan noemen. Summerfields vader heette William Henry en was genoemd naar prins Willem (Hendrik) III van Oranje Nassau (zie tevens het verhaal over kleinzoon Tyler elders in deze krant). Een opa heette Renselier, en daar zat Zwart bloed. Ergens was een Van Rensselaer getrouwd met een vrouw met een donkere huidskleur, en dat vervulde die tak van de familie met trots. De Renseliers kregen dochters met mooie namen, Freelove, Temperance, Thankful, en ze waren vrije mensen, bevrijd van slavernij.

AMERIKA DANKT zijn postkantoren aan Willem III, naast stadhouder van Nederland ook koning van Engeland, en destijds dus ook van Amerika. Hij gaf opdracht tot het opstarten van een “kantoor of kantoren voor het ontvangen, versturen en bezorgen van brieven en pakketten.” Dat betekende ook afgelegen plekken in Maine waar De Daily Dutchman wordt uitgegeven, maar het duurde tot een eeuw geleden voordat Summerfields voorganger George Cortelyou, telg van de families Cortillon, Van Dyke, Hoogland en Stoothof uit Utrecht, dat ook echt deed.

Arthur Summerfield was bezeerd door de slechte publiciteit die hij kreeg met zijn eenmalige postloze zaterdag, en hij zon op verbetering van zijn eigen imago en dat van de posterijen. Hij reserveerde een plek op de onderzeeër USS Barbero, en liet daar de kernkop van een kruisraket vervangen door een box met 3.000 brieven, allemaal door hemzelf getekend. Voor de gelegenheid benoemde hij de boot tijdelijk tot postkantoor. Op 8 juni 1959 lanceerde de Barbero de raket, en binnen twintig minuten landde de post nabij het postkantoor van Jacksonville in Florida.

SUMMERFIELD WAS er en sprak de pers ronkend toe. “Het lanceren van een geleid projectiel voor het doel van postbezorging is de eerste keer dat een postkantoor een raket gebruikt.” En het was, vanzelfsprekend, “van historisch belang voor alle landen ter wereld.” Want “we staan op de drempel van het tijdperk van rocket mail.”

Arthur Summerfield was een man van daden. Had de school niet afgemaakt, verkocht Chevrolets, bouwde de grootste autodealership van Michigan, en was nu dus de postmaster general die Amerika de snelste postbezorging ter wereld ging geven. “Nog voordat er mannen op de maan staan, bezorgen wij binnen een paar uur post uit New York in California, Engeland, India of Australië!”

Net als de postloze zaterdag was de rocket mail eenmalig. President Eisenhower haalde er een streep door. Tien jaar na Summerfields stunt stonden Neil Armstrong en zijn makker Buzz Aldrin uit Maastricht op de maan. Arthur Summerfield uit Nijkerk verkocht tegen die tijd gewoon weer auto’s.

Postmaster Arthur Summerfield