door Nol van Bennekom
OVER TWEE jaar, precies een eeuw sinds 1 september 1926 toen swing en jazz uit Amerika kwamen overwaaien, bestaat het meest iconische orkest van Nederland 100 jaar. Althans, toen kreeg een reeds bestaand ensemble The Resonance Seven een andere naam: The Ramblers. The Resonance Seven beschikte over twee bandleiders, Willem Burbach en Jan Gluhoff. Deze twee ‘kapiteins op één schip’ hadden altijd samen hevige ruzies. Het is niet geheel duidelijk wie van de twee verantwoordelijk was voor de aanstelling van een nieuwe pianist, maar een feit is dat een pianospelende jongeman met de naam Theo Uden Masman een paar maanden eerder was aangeschoven.
Theo’s zakelijke talenten overklasten zijn muzikale vaardigheden, maar stellig was Theo als pianist voldoende bruikbaar. Zijn zakelijke kant legde het orkest geen windeieren zodat Theo al gauw de commerciële leiding kreeg. Willem Burbach, die schoon genoeg had van de talrijke ruzies met Gluhoff, stapte uit de band met medeneming van de naam Resonance Seven waarvan hij de rechthebbende was.
Zodoende verzon Theo in september 1926 de naam The Ramblers. Niet lang daarna kreeg Theo Uden Masman ook de muzikale leiding, een gouden greep, want de nieuwe leider zorgde er voor dat het orkest op de golf van prachtige muziek die vaak uit Amerika kwam aanrollen een ware zegetocht ging doormaken.
NU HADDEN The Ramblers wel de wind mee doordat in de jaren twintig van de vorige eeuw het typisch Nederlandse omroepbestel met zijn groeiend aantal verschillende omroepverenigingen tot stand kwam. De radio stond nog in zijn kinderschoenen. In feite was er nog niet veel wettelijk vastgelegd. Zodoende konden de verschillende religieuze en levensovertuigingen een eigen radio-omroep beginnen: de katholieken, de protestanten, de liberalen, de socialisten en zelfs de vrije protestanten. Onder al die omroepen moest de zendtijd worden verdeeld. De omroepbazen kwamen er al gauw achter dat je via de radiozender ook heel goed muziek kon laten horen, en er was vraag naar bigband muziek van de overkant van de Atlantische Oceaan.
Radiopionier ir. A. Steringa Idzerda had met zijn eigen particuliere zender ‘Radio Beukstraat’ in Den Haag al een paar jaar eerder met het amateurbandje The Original Jazz Syncopators bewezen dat zijn programma’s tot in Engeland prima te horen waren. In deze band speelde toen ook al Theo Uden Masman. Terwijl The Ramblers inmiddels in Nederland, maar ook in Denemarken, Duitsland, Zwitserland en België volle zalen trokken, speelden ze ook voor de radiozenders van de liberale AVRO en de socialistische VARA. In 1936 kregen ze een vaste aanstelling bij de VARA en verzorgden ze tot 1964 meer dan 2000 radioconcerten, met enorm succes.
Maar niet alle initiatieven van Theo Uden Masman slaagden. In 1944 toen de door Amerika aangevoerde Geallieerden in de Tweede Wereldoorlog aan de winnende hand waren, werden The Ramblers door de Nazi-gezinde Nederlandsche Omroep ontslagen omdat Theo, die fel anti-Duits was, weigerde voor Frontzorg te spelen. Dat had de Duitsers niet hoeven te verbazen: de beroemde Amerikaanse zwarte saxofonist Coleman Hawkins was solist in het Engelse jazzorkest van Jack Hylton. Dit orkest zou in 1935 een tournee door Hitler-Duitsland maken, maar die mocht onder geen voorwaarde “den schwarzen Neger Hawkins mitbringen.” Hylton zat hiermee behoorlijk in zijn maag. Theo Uden Masman bood aan om Hawkins tijdelijk op te nemen in The Ramblers, tot grote opluchting van Jack Hylton. Het leidde tot verschillende 78-toerenplaten, later samengebracht op de beroemde elpee “Hawk in Holland”. Deze opmerkelijke samenwerking was het absolute hoogtepunt in het toen nog jonge leven van The Ramblers.
IN DE Hongerwinter van 1944-’45 schreef Theo Uden Masman zijn boek “Maarrr..,. wij komen terug” over de eerste jaren van The Ramblers. Hij kondigde aan dat het na de oorlog in 1947 zou worden uitgegeven, maar dat is nooit gebeurd.
Theo overleed in 1965 op de leeftijd van 64 jaar. Doordat iemand het manuscript in 2020 aan mij schonk, werd het mogelijk om het boek 75 jaar nadat het geschreven was, alsnog uit te geven in luxe druk en voorzien van vele unieke en vaak onbekende foto’s uit de jaren 1922 tot 1940. De uitgever werd de Nederlandse Stichting Kunst en Cultuur Huizen. Dat boek heeft inmiddels al een tweede druk beleefd. Het orkest, de eerste ambassadeurs van Amerika’s bigband-, swing- en jazzmuziek in de Lage Landen, is nog steeds alive and kicking. Het staat onder leiding van trompettist Loet van der Lee.
* Nol van Bennekom was tientallen jaren dagbladjournalist bij De Gooi- en Eemlander en treedt nog steeds op als pianist, saxofonist, gitarist en bassist in Nederlandse jazz ensembles.