Uit: New York Times, 2 Mei 1910
THEODORE Roosevelt besteedde vandaag zijn tijd aan een inspectie van Nederlandse schilderijen en een studie van de prachtige tulpenpracht, die nu in een bijna perfecte staat verkeert. Met de leden van zijn familie, de Amerikaanse minister en mevrouw Beaupre, secretaris Paxton Hibben van de ambassade, en minister van Buitenlandse Zaken Van Swinderen reed de ex-president per auto van Den Haag naar Haarlem. Aan weerszijden van de weg stonden een paar duizend hectare met bloeiende tulpen in allerhande kleuren, en de lucht was zwaar van de geur.
De nationale tulpenshow is nu aan de gang in Haarlem en voorzitter Krelage en de directeuren ontvingen het gezelschap bij de ingang. Voorzitter Krelage deelde de heer Roosevelt mee dat hij dit seizoen de 100.000e bezoeker was, “een getal,” voegde hij eraan toe, “dat misschien geen indruk maakt op een Amerikaan, maar waar Bollenland trots op is.”
Vervolgens overhandigde hij de bezoeker een zilveren model van de Halve Maan en zei: “U mag het de Halve Maan of de Mayflower noemen. Zoals u wilt.”
In een korte toespraak beschreef de heer Krelage de tentoonstelling en de tulpenindustrie, waarbij hij erop wees dat Holland jaarlijks 8.200.000 pond bollen naar Amerika verscheept.
In zijn antwoord zei Roosevelt: “Amerikanen worden in Nederland vooral getroffen door de manier waarop jullie, een van de hardst werkende volkeren, erin slagen schoonheid en plezier aan jullie leven toe te voegen. Wij in Amerika hebben in het verleden zo hard moeten werken dat we niet altijd zoveel aandacht als jullie hebben kunnen besteden aan de dingen die neigen naar genieten. Als het een of het ander opgeofferd moet worden, denken wij dat plezier plaats moet maken voor werk, maar steeds meer beseffen we dat schoonheid en plezier gecombineerd kunnen worden met werk. Amerikanen komen hier om te zien hoe jullie in staat zijn om ze te combineren.”
Na een prachtige rondleiding nam het gezelschap deel aan de lunch en besteedde aandacht aan de mooie galerij van het stadhuis, waar groepen meisjes hun bij de ingang bloemen toewierpen. Mr. Roosevelt tekende het gouden boek.
Vanuit Haarlem brachten de auto’s de Amerikanen naar Amsterdam. Ze werden ontvangen door de burgemeester in het Rijksmuseum, een imposant gebouw met een oppervlakte van anderhalve hectare. Op het plein stonden pakweg 5000 mensen te wachten en deze menigte juichte de aankomst van de Amerikaanse bezoekers toe.
Directeur Van Riemsdijk leidde de heer Roosevelt door het museum en wees hem op de belangrijkste kunstschatten. Hij liet de ex-president alleen in de Rembrandtzaal, waar het grootste en meest gevierde werk van de meester, “De Nachtwacht”, geschilderd in 1642, hangt. Roosevelt bracht bijna een kwartier door met het bekijken van dit grote schilderij en bezocht daarna de Six Galerij.
Na een diner met ambassadeur Hibben in Amsterdam, stapten de heer Roosevelt en zijn gezin op de trein die om 9 uur naar Kopenhagen vertrok.
Copyright, The New York Times.
Meteen na zijn vertrek uit het Witte Huis in 1909 maakte ex-president Theodore Roosevelt samen met zijn vrouw een wereldreis van een jaar. In mei 1910 bezocht hij Nederland, waar zijn voorouders vandaan kwamen.