ZE LIGGEN nog steeds in de winkel, de Cortland appels. Het zijn late appels, met een seizoen tot ver in april. Snij ze doormidden en ze lijken op sterappeltjes. Het vruchtvlees blijft lang wit, waardoor ze goed bruikbaar zijn in gerechten die je met een beetje gevoel voor show wil opdienen. In Holland moeten ze na de pluk nog wel even in de zon blijven liggen, anders worden ze te zuur, in Amerika hebben ze dat probleem eruit gekweekt. Vandaar het verschil in naam. In de Betuwe heten ze sterappels, in Amerika Cortlands, naar de buurt waar ze ontwikkeld zijn.
Bij lezers rond Wijk bij Duurstede gaat nu een lichtje op. Sterappels en Cortland? Er loopt een stuk van de N229 langs het dorp, dat heet Kortland. Als je naar het Amsterdam-Rijnkanaal rijdt, kom je rechts langs al die appelboomgaarden. Toeval? Neen.
De familie Van Cortlandt kwam oorspronkelijk uit Wijk. Ze emigreerden naar Amerika, Oloff en z’n vrouw Annetje, bij vader Steven en moeder Fijgje vandaan, en maakten er terstond een groot succes van. De Cortlandts verdienden goud geld, hun kinderen trouwden op niveau, met Van Rensselaers en Schuylers, zoon Steven werd burgemeester van New York, twee keer, (en kreeg liefst 22 kinderen), en voor ze het wisten stond er een stadje met hun naam, en woonden ze in een groot buiten.
De stad Cortlandt staat er nog steeds, in volle bloei, en Cortlandt Manor eveneens. Daar werden de Cortland appels bedacht, vrijwel gelijk aan de sterappels uit het oude moederland, maar met wat meer gele vlammen op de rode schil, en iets meer zoet op de smaak. Ze zijn geliefd in Amerikaanse keukens, een van ’s lands populairste appelsoorten.